Barokinstrumenten
Barokmuziek wordt tegenwoordig vaak gespeeld op instrumenten zoals ze in de barokperiode gebouwd werden. Sinds 1950 verdiepen musici zich in de historische uitvoeringspraktijk. Dit heeft voor de vioolbouw veel gevolgen gehad. In tegenstelling tot de gamba en de blokfluit heeft de viool in de loop der eeuwen zich steeds mee ontwikkeld met de muziek en met factoren als grotere concertzalen. Niet alleen werden nieuwe violen anders gebouwd, maar ook bestaande violen werden aangepast aan de vraag naar een grotere klank. De violen van de oude Italiaanse meesters als Stradivari en Guarneri zijn dus van oorsprong barokviolen die in de loop der eeuwen steeds weer aangepast zijn. De belangrijkste veranderingen hebben plaatsgevonden aan de hoek van de hals, de zangbalk, de toets, het staartstuk en de kam. Ook worden tegenwoordig andere snaren gebruikt in een andere stemming.