Barokinstrumenten

Barokmuziek wordt tegenwoordig vaak gespeeld op instrumenten zoals ze in de barokperiode gebouwd werden. Sinds 1950 verdiepen musici zich in de historische uitvoeringspraktijk. Dit heeft voor de vioolbouw veel gevolgen gehad. In tegenstelling tot de gamba en de blokfluit heeft de viool in de loop der eeuwen zich steeds mee ontwikkeld met de muziek en met factoren als grotere concertzalen. Niet alleen werden nieuwe violen anders gebouwd, maar ook bestaande violen werden aangepast aan de vraag naar een grotere klank. De violen van de oude Italiaanse meesters als Stradivari en Guarneri zijn dus van oorsprong barokviolen die in de loop der eeuwen steeds weer aangepast zijn. De belangrijkste veranderingen hebben plaatsgevonden aan de hoek van de hals, de zangbalk, de toets, het staartstuk en de kam. Ook worden tegenwoordig andere snaren gebruikt in een andere stemming.

Door de hoek van de hals ten opzichte van de corpus groter te maken, stijgt de spanning van de snaren op het instrument. Daarmee wordt de toon groter. Door de hogere spanning van de snaren komt er via de kam meer druk op het bovenblad. Om deze druk op te kunnen vangen is de zangbalk groter geworden en wordt hij met meer spanning in het bovenblad gelijmd. De toets en het staartstuk van barokinstrumenten zijn vaak van inheemse houtsoorten gemaakt en met ebbenhout gefineerd. Tegenwoordig zijn toetsen en staartstukken geheel uit ebbenhout. De kam van barokinstrumenten was nog heel vrij in de vormgeving. Er zijn veel modellen bekend. Moderne instrumenten hebben een veel gestandaardiseerder ontwerp van de kam. Snaren waren oorspronkelijk van blanke darm. Al in de barok begon men met het omwinden van de darm met diverse metaalsoorten. Tegenwoordig wordt voor de kern van de snaren, naast darm, ook kunststof en staal gebruikt. De snaren worden tegenwoordig ook hoger gestemd. Dit heeft, samen met de omwinding en met alle andere wijzigingen, een grotere klank tot doel.

De fascinatie voor barokmuziek heb ik altijd al gehad. Ik herinner mij nog goed de eerste opnames en concerten van barokmuziek in historische uitvoeringspraktijk: hoe er ineens muzikaal dingen op hun plek vielen, zoals bij voorbeeld de bezetting van het Derde Brandenburgse Concert (blokfluit, viool en trompet) die met moderne instrumenten niet in balans te brengen is. Al tijdens mijn opleiding heb ik veel kennis opgedaan over de verschillen tussen moderne en barokke instrumenten. Ik heb toen ook zelf een barokviool gebouwd. De instrumenten voor de barokke uitvoeringspraktijk zijn altijd al een rode draad geweest in mijn werk. Ik houd me op twee manieren met barokinstrumenten bezig. Oude instrumenten bouw ik weer terug in originele staat. Vaak gaat dat samen met de restauratie van een oud instrument. Daarnaast bouw ik nieuwe instrumenten zoals ze in de barok gemaakt werden. Zowel door mij teruggebouwde alsook nieuw door mij gebouwde instrumenten worden door professionele musici gebruikt voor uitvoeringen en opnames.

© Copyright Ulrike Wiebel Vioolbouw | Website: Coach4Website
Ulrike Wiebel Vioolbouw is gevestigd in Leiden